Kinderen vanaf 5 jaar met mondmaskers? Een ramp! Kinderen hebben op die leeftijd een grote behoefte aan contact, strelen, knuffelen … Het is steeds erger gesteld met oorzaken die de ontwikkeling van de hersenen kunnen verstoren. Kleine kinderen kunnen nog niet praten, kennen geen woorden, maar kunnen wel al aan je gezicht lezen hoe je op hen reageert en hoe je je voelt. Als ze dat contact moeten missen, kunnen er dus al drama’s ontstaan.
Tijdenshet kPNI Congres van het Kind brengen we op een integrale, onderbouwde en diepmenselijke manier inzichten en technieken samen die ons empoweren om de volwassenen van morgen sterker te maken. Sterker op immunologisch, neurologisch, psychologisch en energetisch vlak.
‘Het belangrijkste in elke opvoeding is ons zenuwstelsel tot bondgenoot maken en niet tot vijand.’ — William James (1842—1910)
Het autonome zenuwstelsel waarop de polyvagaaltheorie gebaseerd is, omvat zowel het sympatische als het parasympatische zenuwstelsel. De nervus vagus of ‘zwervende’ zenuw bestaat uit de ventrale en de dorsale vagus. Die laatste is het oudste deel, maar heeft wel nog een grote invloed. De vagus zwerft van de hersenstam naar de longen, het hart, het diafragma en het gastro-intestinale systeem. Hij maakt ook verbindingen met hersenzenuwen die naar nek, keel, strottenhoofd, ogen en oren lopen. 80% van de zenuwvezels gaat naar het lichaam, 20% gaat richting brein.
De nervus vagus helpt om risico’s en gevaren aan te kunnen, en bij de kunst om in een veilige omgeving te kunnen leven: huidcontact, connectie, co-regulatie, veerkracht, gelukkig zijn … Hij speelt ook een belangrijke rol bij trauma’s en PTSS, en wordt onbewust gebruikt bij hartcoherentie.
De meerwaarde van de polyvagaaltheorie ligt hierin dat we in therapeutische sessies aan de slag kunnen met trauma’s die iemand onbewust heeft opgeslagen en die invloed hebben later in het leven. We moeten zelfs niet precies weten wat toen gebeurd is. We kunnen dus werken met trauma’s zonder oude wonden te moeten openrijten.
In 1921 ontdekte Otto Loewi de nervus vagus en acetylcholine, een van de belangrijkste neurotransmitters in ons lichaam, vooral van de vagus. Acetylcholine is een sterke stof waarbij de juiste dosis belangrijk is. Hij wordt aangemaakt op verschillende manieren, o.a. bij het eten en bij de ademhaling. Een trage ademhaling, bijvoorbeeld, waarbij de uitademing langer duurt dan de inademing (4 tellen in, 8 tellen uit) brengt rust. De nervus vagus reguleert reacties met betrekking tot rust, spijsvertering, veiligheid, connectie en welzijn. De organisatie van de nervus vagus berust op drie principes: neuroceptie, hiërarchie, connectie en coregulatie.
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen (onbewuste) neuroperceptie en het bewuste proces van perceptie. Terwijl immens veel signalen op ons afkomen, focussen we altijd op iets, en missen we de rest. Je kan niet alles zien. Wat hierbij een rol speelt zijn onze vooroordelen, onze mindset die al aanwezig is, tal van biases in de hersenen die onze interpretatie kan beïnvloeden.
De nervus vagus speelt een significante rol bij de groei van een baby omdat hij gebruik maakt van neuroceptie. Neuroceptie is de waarneming door de vagus. We weten niet goed hoe het werkt, maar onze waarneming wordt gefilterd. Dit proces gebeurt onbewust en is constant alert, ook als we slapen. Het werkt als een soort radar die voortdurend in actie is. Deze neuroceptie is neutraal en wordt pas later doorgegeven aan de cortex. Die creëert dan een verhaal of een beeld op basis van signalen in ons lichaam, uit de omgeving en uitgezonden door andere mensen. Alle verhalen zijn gekleurd door de cortex en onvolledig. En dat kan storend werken, of helend. Als therapeut mag je niet te diep doorgaan op die verhalen, je duidt ze het best cognitief.
Neuroceptie is er om bedreigingen te vermijden en om veiligheid te versterken. Het is ook instinct, voorgevoel: het is voortdurend op zoek of alles veilig is. Afwezigheid van gevaar geeft niet altijd een veilig gevoel, signalen van veiligheid zijn belangrijker. Een signaal van veiligheid is bijvoorbeeld een ‘veilige’ glimlach. Dat is één met lachrimpeltjes en ogen die verkleinen. Een glimlach zonder lachrimpeltjes of na botox is een teken van gevaar. Je voelt dat in je lichaam. Neuroceptie is niet denken, maar voelen. Denken is maar een stukje van het leven.
Of je je veilig voelt, hangt dus af van je voorgeschiedenis. Blijvend gevaar is dikwijls ingelegd in de eerste 1000 dagen, maar dit kan hersteld worden met tekens van veiligheid. Belangrijk is dat er meer positieve dan negatieve emotionele ervaringen zijn. Dus meer complimentjes, een glimlach, natuur … dan kritiek, tekens van gevaar, trauma’s.
Vroegere trauma’s worden onthouden door de dorsale vagus. De gevolgen: geen veilige connecties of coregulatie meer, minder veerkracht, zelfprotectie, vechten/vluchten/freezen, immobilisatie, collaps … En als eerste teken vaak slapeloosheid. Volgens de polyvagaaltheorie kan dit kan goed aangepakt worden met polyvagale ademhaling: een trage ademhaling van 4 tellen in, 8 tellen uit, over 20 seconden.
Als de zwervende zenuw toch met oude trauma’s blijft zitten, blijf je hangen in verdedigingsmodus of agressie, zelfs wanneer de omstandigheden veilig zijn. Deze mismatch leidt tot voortdurende waakzaamheid en wantrouwen, freeze, schuld/schaamte, bindingsangst, verlatingsangst, perfectionisme, uitstelgedrag, overal gevaar zien … Maar bij écht gevaar ben je niet meer in staat het stresssysteem aan te zetten.
Het posttraumatisch stress-syndroom (PTSS) heeft vele bekende oorzaken. Daarbij zou ook moeten staan: traumatische gebeurtenissen tijdens de jeugd, en zeker tijdens de eerste 1000 dagen van het leven. Het gaat om ervaringen in de eerste 1000 dagen die blijven doorlopen in het leven, met pijnlijke herinneringen, flashbacks, nachtmerries, rare associaties en emoties, dissociatie enz. Dit zijn daarbij de apocalyptische ruiters:
Belangrijk bij therapie is deze hiërarchie in het zenuwstelsel: de dorsale vagus, de sympaticus en de ventrale vagus. De dorsale vagus is het oudste deel. Deze ontstond bij de ongewervelde dieren en is heel belangrijk tijdens de eerste 1000 dagen, want een baby kan nog niets doen. Later ontstond bij de gewervelde dieren de sympaticus, en het meest recente is de ventrale vagus.
De dorsale vagus is 500 miljoen jaar oud, ontstond bij ongewervelden, nog niet gemyeliniseerd. Hij zorgt bij gevaar en zware levensbedreigende trauma’s voor immobilisatie, dood houden, collaps, bevriezen, disconnectie, dissociatie. Het gaat enkel om het ‘ik’. Dit oudste deel is niet verdwenen, het zit onder de trauma’s en reageert bij stress.
De dorsale vagus loopt van het oudste deel van de hersenen (in het achterhoofd) tot aan blaas en anus, en beïnvloedt alle organen onder het diafragma. Het oudste/grootste deel zit in de darmen: ons tweede brein. Denk ook aan het microbioom en het belang van acetylcholine bij obstipatie, urineretentie en onbeweeglijkheid. En aan de gevolgen van acetylcholineremmers en anticholinergica in heel wat medicatie tegen constipatie, urineretentie …
De sympaticus is het stresssysteem en ontstond bij gewervelde dieren. Voordelen van dit systeem zijn: adrenaline en cortisol, energie, snel bewegen, mobilisatie, vechten/vluchten, bescherming door actie. De sympaticus regelt ademhaling en hartritme, en verhoogt de waakzaamheid (alert op signalen van gevaar, op vriend/vijand). Het gaat hierbij om ‘ik’-‘jij’.
De ventrale vagus ontstond 200 miljoen jaar geleden en gebruikt de fight/flight-energie van de sympaticus, maar zoekt veiligheid en connectie. Hij loopt van het hart naar het hoofd en in het bijzonder naar het gezicht. Hij verbindt hart en longen met gezicht en hersenen (de hart-brein-connectie, maar ook de hart-brein-darm-connectie). De ventrale vagus staat voor connectie en veiligheid, het is ons social engagement system, de meest recente ontwikkeling van ons ‘overlevingsarsenaal’. Hij schat onderbewust het niveau van veiligheid in, of het gebrek eraan, bij sociale relaties. De centrale vraag is: ‘Is het veilig samen met anderen?’ Gezicht en stem, maar ook sociale status is belangrijk. We zien onszelf als een groep en verbannen worden uit de groep is levensbedreigend. Tijden van eenzaamheid en gebrek aan huidcontact vormen dus een probleem.
Veiligheid, connectie, coregulatie, engagement, rust, creativiteit, opties, hulpbronnen … Daarbij gaat het om ‘wij’. Voldoende tonus in de ventrale status zorgt bovendien voor zelfregulatie, groei, nieuwsgierigheid, maar ook voor mildheid, connectie met anderen en de wereld. Het is een verhaal met mogelijkheden. Waarom is die verbinding, de mogelijkheid tot connectie evolutionair zo belangrijk? Het antwoord wordt gegeven door de ventrale vagus: het is niet zozeer de ‘the survival of the fittest’, maar ‘the survival of the friendliest’.
De eerste levensjaren zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van de ventrale vagus. Als het daar misloopt — door mishandeling, trauma’s of verwaarlozing — kan dit levenslang de dorsale vagus activeren. Dan moet later in het leven hard gewerkt worden om de ventrale vagus goed te laten functioneren. Een therapeut moet er dus ook zorg voor dragen dat zij/hij zelf in ventrale-vagusstaat is. Dan voelt de patiënt dat het veilig is om te connecteren.
We willen connectie, we willen overleven samen met andere mensen. We hebben een grote behoefte aan veilig contact. Dat geldt ook voor het autonome zenuwstelsel, zelfs van verschillende mensen tegelijk. Mensen denken soms wel dat ze het alleen kunnen, maar hun autonome zenuwstelsel denkt daar anders over. De grootste klacht van traumapatiënten is dat ‘niemand hielp’.
Bij stress activeert de dorsale vagus eerst een alarmfase, een shockfase. Daarna reageert de sympaticus met weerstand, een vecht/vlucht-respons. In de weerstandsfase piekt het vermogen om met de stressor om te gaan, maar dit gaat ten koste van het immuunsysteem. Tot alle hulpbronnen uitgeput zijn: de uitputtingsfase. Bij chronische stress is het risico om in de dorsale vagus te belanden, groot. Trauma’s kunnen dan connecties, emoties moeilijk maken.
Veerkracht is: veilig bewegen doorheen die verschillende statussen. Er zijn ook gemengde statussen. Freeze, bijvoorbeeld, mengt sympatisch en dorsaal. Stillness combineert ventraal en dorsaal. Play is ventraal en sympatisch. Bij play voel je je veilig, maar heb je energie vanuit de sympatische activatie, zodat je speels kan omgaan met andere mensen en omgevingen, zonder adrenaline of cortisol te moeten aanmaken (vagale rem). Dit is hartcoherentie: ik voel mij veilig, ik ervaar welzijn en flow. Hoe meer ventraal, hoe meer veerkracht.
Als er in de jeugd al gemis was aan coregulatie, dan wordt het moeilijk om een relatie aan te gaan. Zelfregulatie en emotieregulatie worden voorafgegaan door coregulatie. Dat geldt trouwens ook op het werk: zonder coregulatie met collega’s en leidinggevende vervallen we van connectie naar protectie. De polyvagaaltheorie geeft handvatten om die problemen aan te pakken. We moeten dus op zoek gaan naar de vagale ‘rem’, naar ‘glimmers’.
Trauma kan een blijvende disruptie veroorzaken in wat mogelijk is qua connectie en coregulatie. Maar er is niet alleen kinderverwaarlozing en -misbruik. Er zijn talloze signalen die trauma’s kunnen veroorzaken tijdens de eerste 1000 dagen en de kindertijd: alleen laten, geen gevoelens tonen, roepen … Dit geeft een kind vaak verkeerde signalen als: wees niet belangrijk, wees geen kind, je hoort er niet bij, kom niet dichtbij, wees jezelf niet, denk niet, doe niets, voel niet, toon geen gevoelens … Soms gebeurt dit alles onbewust door de ouders. Dit is een pleidooi om na te denken over de communicatie met je kinderen. En om, indien nodig, dit later met liefde te corrigeren. Het antidotum is: strelen, aanraken, masseren, niet roepen …
Bedenk dat elk gedrag een positieve bedoeling heeft en de beste keuze is op dat ogenblik. Je zal altijd dat kiezen wat volgens jou het beste is, dat wat je op dan voorhanden hebt. De keuzes die je hebt worden namelijk beperkt door de kennis en ervaring die je op dat ogenblik hebt (jouw wereldbeeld). Ieder gedrag was ooit de beste keuze, maar eens volwassen zijn er andere manieren van coping nodig. Maak je eigen script.
Dit is het verslag van een kleine inleiding door Luc Swinnen.
Meer info en oefeningen vind je in zijn boek: Activeer je nervus vagus (uitgever: Lannoo).
Info en opleidingen Polyvagaal Theorie: www.stressmanagement.be
De eerste 1000 dagen: het integrale kPNI Congres van het Kind
De eerste 1000 dagen: Congresbundel 3 — keynote lezingen door dr Leo Pruimboom
Blijf je graag op de hoogte van ons aanbod? Noteer dan hier je emailadres. We informeren je met plezier via onze nieuwsbrief.